Mijn pa is steeds mijn idool geweest…
Als kid zat ik ’s avonds aan de tafel zijn forse bovenarmen te bewonderen…
Ook technisch was hij van hoogstaand niveau, werkelijk van alle markten thuis. Sanitair, elektriciteit, lassen, timmerwerk, metselen, tuinieren, met open mond keek ik naar al die vakkennis op.
Maar meest van al kon hij me met zijn rake one-liners met verstomming slaan.
Nu ik zelf flink wat grijze haarplukken krijg, gebruik ik ook meermaals die oude wijsheden.
Eén van zijn rake uitspraken bijvoorbeeld was: “te is nooit goed” .
Die zin triggerde me destijds onmiddellijk om het tegendeel te bewijzen, net zoals ik hierbij jou nu uitdaag…
Bij de meeste adjectieven lijkt het logisch.
Je kan te vroeg reageren in een gesprek en daardoor de ander zijn inbreng blokkeren.
Te snel een beslissing nemen is dan weer iets waar ik me meermaals aan bezondig alhoewel mijn excuus dan steeds is dat het beter is een beslissing te nemen dan geen. Te snel maar niet te vroeg starten in een wedstrijd is iets wat me steeds een kick geeft. Ook al moet ik het na enkele kilometers bekopen, temporiseren en weer een aantal atleten laten passeren.
Moeilijker wordt het om in te zien dat te goed ook nooit goed is.
Ik ken mensen in mijn nabije omgeving waarvan ik soms zeg dat ze te goed zijn voor deze wereld. Daarbij te weinig aan zichzelf denkend, zichzelf te veel opofferend.
In de huidige COVID-19 – hectiek gaat mijn respect ook uit naar alle zorgenden die te lange werkdagen kloppen en zichzelf te veel wegcijferen om de anderen te helpen om het tij te keren in ons voordeel.
In vele gevallen is te ook subjectief. Tinne vindt me regelmatig te roekeloos, in tegenstelling tot Lien en Siele die het dan weer super vinden om af en toe iets te ver te gaan. Zo bijvoorbeeld ons partijtje rotsspringen in Bretagne zonder medeweten van Tinne die het te gevaarlijk gevonden zou hebben.
Na wat voorzichtig verkennen van het putje bleek het aanvankelijk iets te ondiep. Het opkomende tij werkte snel deze te weg zodat we ons huzarenstukje konden starten.
Super spannend dus natuurlijk weer veel te kort.
“Te is nooit goed” was ook iets wat de merel (een vrouwtje) in onze tuin vorig weekend moet gedreven hebben. Terwijl ik op het tuinpad langs de zwemvijver onkruid wiedde, kwam ze stilaan dichter maar ook weer niet te dicht. In de stukken die ik omwoelde, kwam ze voorzichtig mee zoeken naar wormen.
Te ver van me wegblijven bleek echter ook geen goed plan want regelmatig gooide ik haar een niet te versmade worm toe.
Dat deed me terug denken aan het moment dat mijn pa me van mijn gepeins verloste en vertelde dat er een te was die altijd goed was namelijk wanneer die in “te-vreden” staat.
Net zoals ik me voelde op dat moment al mijmerend in de prille lentezon samen met mijn maatje: een tevreden merel, niet te bang. Heerlijke merel-muziek staat me deze zomer te wachten.